Deze week bezocht ik de BETT (beurs over onderwijs en
technologie), the Department for Eduction en twee scholen in Londen, onder
leiding van een superteam van ITworkz. Wat heb ik er van meegenomen (naast een
tas vol folders…)?
De BETT was overweldigend. Hoewel ik vooraf geprobeerd heb
via de app een plan te maken, kwam daar in de praktijk niet veel van terecht.
Volgende keer ga ik dat anders aanpakken. Wat ik al wel wist, maar op de BETT
weer eens werd bevestigd: er is heel veel, maar niet alles is even goed of
bruikbaar binnen ons onderwijs. Zorg dat je weet wat jouw onderwijs(visie)
nodig heeft, voordat je beslissingen neemt.
Bij het Department for Education hadden we twee gesprekken
met beleidsmedewerkers. Lastig om een echt gesprek te voeren met een groep van
27, maar het leverde wel wat inzichten over het Britse onderwijs op. Zo wist ik
niet van het verschil tussen government schools (community schools) en academy
schools. Beide schooltypes krijgen, net als in Nederland, een lumpsum
bekostiging per leerling, maar een systeem als BRON ontbreekt. Dat had
waarschijnlijk iets met privacy-wetgeving te maken. Om te bewijzen hoeveel
leerlingen er op school zitten, tellen ze het aantal leerlingen dat op een
bepaalde dag een lunch op school betaalt. Tot 16 jaar zitten leerlingen van
allerlei verschillende niveaus bij elkaar. Na hun 16e kunnen ze
doorgaan voor hun A-levels, die toegang geven tot de universiteit. En ook: er
zijn nog heel veel scholen die niet over een snelle breedbandverbinding
beschikken.
Op Eastlea
Community School, een school in een vrij arme wijk, gingen we aan de slag
met de micro:bit. Vorig jaar heeft de
regering voor alle leerlingen van year 7 zo’n minicomputertje beschikbaar
gesteld. Ooit, lang geleden toen ik zelf op de middelbare school zat, heb ik les
gehad in programmeren. Dat vond ik verschrikkelijk en ik begreep ook niet goed
wat ik aan het doen was: op schrapkaarten nulletjes en eentjes inkleuren, en
vervolgens geen idee hebben wat ermee gebeurde. Maar wat een verschil met de
micro:bit! Het leuke is dat je snel resultaat ziet van wat je geprogrammeerd hebt:
samen met @kunstjuf, onder
deskundige begeleiding van een van de leerlingen, maakte ik het spelletje
rock-paper-scissors en we hadden hoorbaar plezier! Wij werkten met “blocks” om
te programmeren, een eenvoudige manier om ermee aan de slag te gaan, maar het
meisje vond dat eigenlijk een beetje flauw. Zij werkte liever met echte
programmeertaal, zoals python. Later wil ze in de game-industrie gaan werken om
haar eigen games te maken.
Hoe leuk ik dat programmeren ook vond, wat vind ik van het
nut van leren programmeren voor alle leerlingen? Hoewel daar in Engeland
duidelijk anders over wordt gedacht (computing of computer science is een
verplicht vak sinds kort), vind ik het niet nodig dat elke leerling
programmeertalen zoals python leert schrijven. Maar de docent legde aan ons uit
waarom hij programmeren wel heel erg belangrijk vindt: je leert kinderen
oplossingen voor problemen te bedenken en dan zetten ze de stap naar
computational thinking. De opdrachten die de leerlingen krijgen, zijn dus niet
slechts de stappenplannetjes maar problemen, die om een oplossing vragen. Hoe
kun je er bijv. met de micro:bit voor zorgen dat gewaarschuwd wordt als de
temperatuur in de kas waar je tomaten groeien niet tussen 18°
en 24°
is? Het leuke van de micro:bit is dat je dat dus met blocks kunt doen, maar ook
met ingewikkelder programmeertaal: differentiatie binnen dezelfde opdracht. Keerzijde:
de micro:bit zelf is dan misschien niet zo duur, als je ermee aan de slag wilt,
heb je wel snel meer spullen nodig om het leuk te houden.
De volgende dag waren we te gast op Ernest
Bevin College, een officiƫle STEM-school en een all-boys-school (nou ja in
de laatste twee leerjaren werden wel meisjes toegelaten). Ik ging er met grote
verwachtingen naar toe: STEM of STEAM
(Science-Technology-Engineering-Art-Maths) vind ik interessant en ik wilde daar
graag wat van in de praktijk zien. De schoolleiding straalde van trots: ze
kregen het voor elkaar met moeilijke leerlingen (grotendeels leerlingen van een
migrantenachtergrond uit andere wijken dan de dure wijk waarin de school
gevestigd is) goede resultaten te behalen. De huidige burgemeester van Londen
zat er ook op school.
Aan de ene kant is de school een soort LOOT-school: leerlingen die
uitblinken in sport, krijgen hier de kans zich in de sport te ontwikkelen en
hun GSCE’s te halen. Er waren verschillende sportzalen en zelfs een zwembad!
Aan de andere kant zijn ze dus nu bezig met STEAM. We bezochten een les en
gingen in kleine groepen in gesprek met de schoolleiders en vakgroepleiders die
betrokken waren bij het STEAM-programma. We liepen mee tijdens “lunch duty” en
keken na de lunch hoe alle leerlingen van de hele school verplicht 20 minuten
moesten lezen. De les die ik mocht bezoeken (engineering) was jammer genoeg
niet zo heel interessant om te observeren. De leerlingen waren de hele les
bezig met het maken van sommetjes, er was weinig interactie met de lerares en
het werd me niet helemaal duidelijk wat het vak nu precies inhield.
Tijdens het gesprek met de schoolleiding werd duidelijk dat deze
school heel moeilijk heeft gehad. Veel van de jongens komen uit gebieden waar “gangs”
het voor het zeggen hebben en zitten dus zelf ook in die gangs. Dat heeft een
aantal jaren geleden geleid tot veel (zelfs landelijke) media-aandacht, toen in
korte tijd twee leerlingen door “gang-related violence” om het leven kwamen.
Hoewel de school hiermee niets te maken had, zorgde het er wel voor dat ze een
aantal zaken anders aan gingen pakken en met succes dus!
Wat me verder opviel:
- · Naast lijsten met oud-leerlingen die naar de universiteit zijn gegaan, heel veel bekers en trofeeĆ«n en posters met oud-leerlingen die vertellen over hun baan, hangen in de school borden waarop wordt bijgehouden hoe je op Engels en wiskunde presteert: van elke leerling hangt er een foto, gegroepeerd naar niveau. Vooral de groep “not yet grade …” vond ik confronterend, dat zou bij ons nooit gebeuren. Op Eastlea heb ik die niet gezien, maar wel “student of the week”.
- · Er werd met veel trots over technologie en STEAM gesproken, maar ik kon niet veel didactisch/pedagogische visie ontdekken. Dat wil natuurlijk absoluut niet zeggen dat die er niet is.
- · De school kom je alleen maar binnen als je een pasje hebt, tussendeuren waren ook alleen te openen met het pasje.
- · De omgangsvormen, ook tussen de medewerkers, zijn vrij formeel.
- · De school heeft de gratis micro:bits niet aangevraagd, o.a. omdat de computers achter een houten schot zitten en de leerlingen dus niet bij de USB-poorten kunnen. Daar zou ik een eenvoudige oplossing voor weten…
- · Hoewel mediawijsheid een verplicht vak is in year 7 en 9, heeft de school zijn digitale omgeving helemaal dicht getimmerd: leerlingen kunnen alleen door de school toegestane websites bezoeken. Ik ben van mening dat je leerlingen moet opvoeden in mediagebruik, dat is iets anders dan verbieden…
- · Mobiele telefoons zijn verboden en worden dus ook niet ingezet in de lessen. Nou ja, sommige docenten staan wel toe dat leerlingen een foto van de aantekeningen op het bord maken of de rekenmachine van hun telefoon gebruiken. Alleen leerlingen die bezig zijn met hun A-levels mogen in het kader van #byod een device mee naar school nemen.
- · Het lerarentekort speelt ook in Engeland, op Londense scholen helemaal omdat het ontzettend duur is om in Londen te wonen. Desondanks heeft deze school alle banen bezet en blijven docenten graag op deze school werken. En dat doen ze ook nog eens heel veel uren per week.
Veel van de keuzes die hier gemaakt worden, hangen samen met een
ander schoolsysteem, de groep leerlingen die ze binnen hebben en de beschikbare
budgetten. Al met al een wereld van verschil met onze school en leuk om mee te maken. Het was een geweldige ervaring om mee te gaan (en dan heb ik alle leuke gesprekken met de reisgenoten en de meet-up met twittervrienden nog buiten beschouwing gelaten...).
Reacties
Een reactie posten